In tegenstelling tot kompassen maken GPS-apparaten positiebepaling mogelijk, zelfs wanneer de zichtomstandigheden slecht zijn en het terrein geen onderscheidende kenmerken heeft. Ze zijn echter problematisch tijdens bergbeklimmen en op skitochten, omdat goed zicht vaak essentieel is voor het beoordelen en beheren van een padenloos, technisch moeilijk terrein. De eigenschappen van de site worden slechts grofweg op de kaarten ingevoerd – op papier of op het GPS-apparaat. Bijvoorbeeld, kloven, berghellingen en randopeningen van een gletsjer veranderen jaar na jaar, en dus bieden GPS-tracks van eerdere tours geen betrouwbare hulp bij het kiezen van een route. Om deze reden mag u alleen ’s nachts buiten zijn, mist, zware regen of sneeuwval als er geen gevaren zijn of als oriëntatie anders is gegarandeerd, b.v. B. via een continu, duidelijk zichtbaar pad.
GPS tijdens wandelen, skitochten en bergsport
- door admin